Het vrije denken en de media – Deel 1

Media & propaganda

De media en journalistiek hebben in een democratie zoals die waarin wij leven een essentiële rol. Het is de controlerende en validerende macht van onze politiek en instituties. Die rol is ze van oudsher toegedicht en hebben ze in bepaalde perioden in de moderne geschiedenis ook verdienstelijk vervuld. Hiermee heeft de Main Stream Media (MSM) een zeer belangrijk aspect verworven, namelijk het vertrouwen van de burger dat ze van de juiste informatie voorzien worden. Een journalist heeft een onderzoeksplicht, past alle in de opleiding geleerde normen toe zoals hoor en wederhoor. En bovenal: werkt kritische vraagstukken uit. Kritische vraagstukken die leiden tot meer inzicht op een onbevangen waarheid. Dit alles voor de lezer zodat deze er op kan vertrouwen dat zijn beeldvorming juist is. Of in ieder geval evenwichtig zodat die zelf het juiste beeld kan vormen.

Op de middelbare school heeft de grote meerderheid van de Nederlandse bevolking tijdens de geschiedenislessen geleerd welke kenmerken bij een totalitair regime horen als het gaat om het informeren van de bevolking, te weten censuur en propaganda. Censuur onttrekt essentiële informatie aan de lezer om een bepaald beeld te vormen van een situatie of standpunt. Propaganda versterkt een bepaalde narratief (een samenhangend verhaal om politieke ideeën overtuigend te presenteren), veelal door middel van halve waarheden of leugens. Het is een zeer beknopte samenvatting van de twee termen, maar voor nu is de essentie die ik wil benadrukken dat zij een belangrijke functie vervullen in het vormen van de perceptie van de lezer.

De nazi’s als grondleggers van massapropaganda

Joseph Goebbels, misschien wel de bekendste propagandaminister uit de geschiedenis, had een essentiële rol in de opkomst van nazi-Duitsland onder Adolf Hitler. In een tijdperk waarin het aantal informatiekanalen waardoor de burger zich kon laten informeren nog zeer beperkt was. Er waren congressen, de radio, bioscopen en de kranten, waarbij de kranten veel meer tijd hadden om artikelen te publiceren dan in de huidige tijd. Goebbels liet iedere maandag de redacteuren van de grote kranten op zijn ministerie bijeenkomen om zorgvuldig de berichtgeving qua vorm en inhoud door te spreken. Berichten over de collectieve vijanden werden doorgenomen, de positieve berichten over het Hitler regime en het nieuws van de oorlogsfronten werd gekleurd. Kortom, uitsluitend berichten die de narratief ondersteunden mochten worden gepubliceerd.

Jüde Suß, een van de meest controversiële propagandafilms ooit. Gemaakt in opdracht van opper-nazi Joseph Goebbels. De nazi’s waren enorm bedreven in het gebruiken van film voor hun propaganda.

Propaganda- en censuurmechanismen waren in de oude tijden minder complex dan ze tegenwoordig zijn. Momenteel leven wij in een tijdperk waarin de informatiebehoefte van de gemiddelde burger groot is, en het nieuws zijn weg in een zeer hoog tempo haar weg vindt naar het publiek. Kranten verliezen terrein door een alsmaar afnemende oplage, waarschijnlijk mede doordat het nieuws al door de burger is geoogst voordat de inkt droog is. Nieuwe mediakanalen zoals social media, RSS-feeds, maar ook de 24-uurs nieuwszenders zorgen voor een continue stroom aan informatie over wereldgebeurtenissen. Naast het “instant news”, is er nog altijd een behoefte aan journalistiek, waarvoor men kan terugvallen op journalistieke stukken in de kwaliteitsmedia die van oudsher nog een zeker vertrouwen genieten bij de lezers. De vorm waarin laat ik hierbij in het midden. Of dit nu papier of een online versie van kwaliteitskrant (what’s in a name) is, of een actualiteitenrubriek op de televisie. Men vertrouwt op onafhankelijke journalistiek en hier horen merknamen bij. NRC, Volkskrant, Trouw, NOS, Algemeen Dagblad, Parool, et cetera.

Zonder dat ik door het voorgaande de indruk wil wekken dat wij momenteel in een totalitair regime leven, is de kritische lezer van de Nederlandse media in de afgelopen jaren wellicht een aantal zaken opgevallen. Over bepaalde onderwerpen zijn de media vrijwel zonder uitzondering eensgezind in de berichtgeving. Over andere onderwerpen waarvan je zou verwachten dat deze op zijn minst nieuwswaardig zijn, nemen wij een collectieve zwijgzaamheid waar.

Onderwerpen als Rusland, Syrië, klimaatverandering, MH17, Trump en Corona worden door de MSM op vrijwel dezelfde manier beschreven in termen van goed en kwaad. Bijvoorbeeld het politiek brisante onderwerp zoals het vervalsen van een door forensisch experts opgestelde OPCW-rapportage over een vermeende gifgasaanval in Douma (Syrië) door het eigen management van het OPCW. Op basis van dit vervalste rapport vuurde de VS circa 40 kruisraketten op Syrië af. Compleet onrechtmatig en op basis van bewust vervalste informatie. Hierover is geen letter geschreven in onze mainstream media. Zelfs niet nadat twee van de betreffende forensisch experts van het OPCW als klokkenluiders een verklaring hierover aflegden middels een Youtube video.

Nadat de klokkenluider van het OPCW naar voren kwam, bevestigde emeritus MIT professor Theodore Postol in 2019 dat ook hij twijfelde aan het verhaal van het gebruik van chemische wapens door het regime van Assad.

Een ander voorbeeld van het doodzwijgen door onze MSM is Obamagate . Aan het eind van zijn presidentstermijn liet de Obama-administratie zijn politieke opponenten georganiseerd observeren door de FBI en NSA. Dit werd gedaan op basis van een rapport dat werd opgesteld door een freelance onderzoeker (Steele) in opdracht van en betaald door de democratische partij waar Obama uiteraard zelf lid van was. Het afluisteren en observeren van politieke opponenten is gebruikelijk in de VS, echter worden de namen van de betrokkenen altijd “gemaskt” ofwel vervangen door “*”. Het unmasken van namen mag uitsluitend door middel van een FISA warrant dat door een rechter moet worden goedgekeurd.

Deze goedkeuring vond echter plaats op valse gronden, namelijk een niet onderbouwd rapport dat was opgesteld door Steele. Daarnaast werden deze ge-unmaskte namen naar de media gelekt en zo verschenen de namen van onder andere de toekomstige veiligheidsadviseur van Trump, generaal Flynn, in The Washington Post en The New York Times. Ondertussen was er een grootschalig media offensief in gang tegen de toekomstige president en zijn campagneteam waarin Russische beïnvloeding van de verkiezingen werd gesuggereerd. Iets dat nooit bewezen werd en daarmee ongegrond verklaard. Obamagate is een politieke rel van minimaal de orde van grootte van het Watergate schandaal waar de geheime diensten en justitie als wapen zijn ingezet door een zittende president tegen zijn mogelijke opvolger en politieke opponent.

Wat deze twee voorbeelden gemeen hebben, is dat zij exemplarisch(?) zijn voor een narratief die onze MSM ogenschijnlijk onvoorwaardelijk steunt zonder beide kanten te belichten. Het Assad regime moet in een kwaad daglicht blijven door de indruk te wekken dat hij gifgas gebruikt tegen zijn eigen bevolking. En de Obama administratie – en daarmee de democraten – moeten voor de volgende presidentverkiezingen positief geprofileerd worden. Daarnaast diende het verhaal van Russische inmenging nog een tweede doel, namelijk het in een kwaad daglicht stellen van Rusland alsof zij de Amerikaanse presidentsverkiezingen hadden beïnvloed. Zelfs de bijvangst was van belang: Contact met Rusland onderhouden is een doodzonde.

Constructies en institutionalisering.

Het afbrokkelen van het vertrouwen in neutrale berichtgeving is al enkele jaren gaande. Wanneer dit precies begon, is mij niet bekend, maar met de opkomst van nieuwe persoonlijke apparaten als iPad en smartphone waarbij alternatieve bronnen onder de vingers zitten bij een heleboel mensen, heeft het vertrouwen in de loop der jaren een aantal deuken opgelopen. Mensen zijn kritischer en traceren de bronnen steeds vaker omdat deze ook toegankelijk zijn. De grote onderwerpen zoals hiervoor genoemd, hebben steun nodig. Er is een bron nodig die onbekend is voor het publiek, maar wel betrouwbaar genoeg oogt voor de MSM om berichtgeving op te baseren. Zo’n bron moet wel binnen afzienbare tijd tractie krijgen bij het grote publiek om betrouwbaar over te komen. Deze bron moet enerzijds binnen de invloedsferen van de schrijvers van de narratieven blijven, en anderzijds moeten deze bronnen als officieel en betrouwbaar worden aangemerkt. Hiermee winnen zowel de MSM als de bron zelf vertrouwen. Want daar draait het immers om: vertrouwen.

Klik hier voor Deel 2